De BENE-League ... het kan!

In Handbal Xtra nummer 48 hadden we een uitgebreid interview met Wim Lagae, sporteconoom, auteur van meerdere boeken over sponsoring in de sport en hoofddocent aan de KU Leuven. Gisteren gaf Rode Duivel Vincent Kompany zijn mening over de BENE-Liga. Hij snapt niet dat België en Nederland de handen nog altijd niet in elkaar hebben geslagen. In het handbal hebben we dat jaren geleden wél al gedaan. In het licht van de actualiteit publiceren we hier het interview met Wim Lagae.

De BENE-League in het handbal wordt dit jaar voor de twaalfde keer georganiseerd. De roots van de competitie liggen in 2008. Toen werd de BENE-League in één weekend georganiseerd. Nadien werd de competitie uitgebreid tot 8 ploegen, kwam eerst Luxemburg erbij om nadien terug af te haken. 

De BENE-League competitie anno 2018 is een internationale handbalcompetitie waaraan zes Belgische en zes Nederlandse teams deelnemen. Na 22 speeldagen volgt er een Final4 waarin op zaterdag twee wedstrijden gespeeld worden. De winnaars ontmoeten elkaar op zondag en maken in één onderling duel uit wie de BENE-League titel wint. Aan die titel is geen vette prijzenpot verbonden en de kampioen mag niet deelnemen aan een Europese competitie. Wie zich voor de voorrondes van de Champions League wil plaatsen moet in eigen land de titel pakken. En toch wil elke deelnemende ploeg zo graag die titel pakken. 

Eigenlijk is de BENE-League een geweldig idee waarin de beste teams uit twee landen het tegen elkaar opnemen, intense wedstrijden spelen én elkaar beter maken. Het sportieve belang van de BENE-League kan je afleiden uit het feit dat jaar na jaar de beste spelers naar grotere en sterkere competities trekken en van hun hobby hun beroep kunnen maken. 

Het is dus aangetoond dat de BENE-League een sportief succes is … dat geen navolging krijgt in andere sporten. Het originele idee van de Bene Liga dateert uit 1996 en is afkomstig van voormalig Anderlecht manager Michel Verschueren. ‘Mister Michel’ kreeg evenwel heel wat tegenwind van de Belgische clubs die een afslanking van 18 naar 16 ploegen in de hoogste voetbalafdeling niet zagen zitten. 

Het idee ging tot januari 2000 de koelkast in. Samen met Harry Van Raaij, voormalig voorzitter van PSV Eindhoven, werd geprobeerd om het idee nieuw leven in te blazen. "Met de steun van Nederland moet 2002 haalbaar zijn", zie Michel Verschueren. "Vandaag bel ik met Van Raaij om een afspraak te maken. Ik wil een vergadering beleggen met de vier beste Belgische en vier beste Nederlandse clubs. In België zijn dat Genk, Brugge, Anderlecht, Lierse en misschien Standard. We moeten zo snel mogelijk handelen, want hoe langer we wachten, hoe meer geld we verliezen." 

In 2004 lag er aan een centimeters dikke stoflaag op het idee van de BENE-League. Verschueren zei toen in de pers: “Ik heb me daar veel vijanden mee gemaakt in de Profliga, iedereen denkt aan zijn eigen club en niemand wil zich opofferen. Het idee zit nu voorlopig in de schuif. Maar het gezond verstand zegt: België en Nederland moeten samenwerken. We liggen naast elkaar, spreken dezelfde taal. Het voetbal wordt almaar duurder, het is niet meer voor iedereen haalbaar. Dan is een BeNe-Liga met acht Belgische en acht Nederlandse clubs de beste oplossing. In plaats van failliet te gaan, kunnen de andere ploegen toch beter in een tweede klasse met twintig ploegen gaan spelen?'' 

Anno 2018 en 22 jaar later is er van de schuif, zeg maar het hele bureel waar de schuif in zat, géén spoor meer van terug te vinden. Al moet gezegd zijn dat er begin dit jaar opnieuw een poging ondernomen werd. ‘Het lobbyen kan beginnen’ werd er toen geopperd. 9 maand later is er nog steeds geen bevalling, laat staan een zwangerschap. 

In het vrouwenvoetbal werd er tussen 2012 en 2015  wél een Bene Liga georganiseerd.  De competitie tussen België en Nederland zorgde voor een verhoging van het niveau in beide landen, maar toch gingen beide landen hun eigen weg. Het proefproject van de UEFA was na drie jaar voorbij en over een verlenging raakten de beide bonden het niet eens.

 Waarom is BENE-League succes in het handbal? 

Eén vraag brandt op onze lippen. Waarom lukt het in het handbal wél en in andere sporten niet? We gingen te rade bij Wim Lagae, sporteconoom, auteur van meerdere boeken over sponsoring in de sport en hoofddocent aan de KU Leuven. 

“Ik ben geen kenner maar ik volg wel de grote lijnen van de BENE-League” zegt Wim Lagae. “De Bene Liga in het voetbal kan je gerust het ‘Monster van Loch Ness’ noemen. Het zou lelijk zijn maar niemand heeft het ooit gezien. Sportief is de BENE-League in het handbal wél een voltreffer maar commercieel is er nog wat werk aan de winkel.” 

“Wanneer ik Nederland en België vergelijk zie ik niet alleen twee verschillende landen, maar ook verschillende structuren. Nederland kan autonoom beslissen. In België is sport geen federale maar een regionale materie en zijn er objectief gezien nogal wat verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. Die ingewikkelde structuur bemoeilijkt een succesverhaal zoals ze dat in Nederland kennen. Daar zijn 25 kernsporten onder één koepel ondergebracht.” 

In aanloop van de Olympische Spelen van 2012 in Londen werd er in Nederland een document van 187 pagina’s voorgesteld dat de titel ‘Naar een winnend topsportklimaat.’  Een greep uit het document gaat over de verantwoordelijkheid van de sportbonden. 

Een belangrijke rol is weggelegd voor 25 topsportbonden die in de hoogste groep van de LOTTO-verdeelsystematiek zitten. Het gaat hierbij om Olympische, Paralympische en niet-Olympische programma’s van deze sportbonden. Zij hebben hun ambities voor de jaren tot en met 2020 verwoord in gesprekken tussen de technische staf van bonden en die van NOC*NSF. Hierbij hebben zij zich uitgesproken over: 

De topsportprestaties op de aankomende wereldkampioenschappen en de Olympische en Paralympische Zomer- en/of Winterspelen, uitgedrukt in mogelijke gouden medailles, podiumplaatsen of top 8-posities; de eigen positie ten opzichte van de internationale concurrentie; de voorwaarden voor het waarmaken van topsportambities; de strategische keuzes die gemaakt worden of nodig zijn omtrent de organisatie, financiering en inhoud van topsportprogramma’s, de ondersteuning aan sporters, topsportstaf en talentontwikkeling. 

“In Nederland behoort handbal tot die koepel van 25 kernsporten van team Nederland. Die koepel geniet financiële steun van Heineken, Rabobank en de Nederlandse Loterij. Die koepelpartners zorgen voor financiële steun, eigenlijk een soort van vangnet” gaat Wim Lagae verder.  “Als ik het verder op het handbal ent dan zie ik in Nederland toch een aantal zware financiële partners evenals enkele ruilpartners, partners die in natura de sport steunen. Handbal heeft zo ook bijvoorbeeld zijn plek in het Heineken Huis tijdens de Olympische Spelen. En bovenal … de Nederlandse handbaldames hebben heel wat progressie gemaakt en hebben sterke prestaties geleverd. Tijdens de voorbije Olympische Spelen grepen de Nederlandse dames net naast een medaille en eindigden ze op de vierde plaats. Dat was een bijzonder sterke prestatie die in Nederland heel wat teweeg bracht. Mogelijk is dat de reden waarom ze hun shirtsponsor ‘Cocoa from Ghana’ gestrikt hebben. Het contract loopt nu ten einde maar dankzij die sponsor heeft de sport zich verder kunnen ontwikkelen. De sport heeft daar de wind in de zeilen en wordt gedragen” 

“Zo’n platform bestaat in België niet net zoals er geen grote sponsors zoals Cocoa from Ghana de weg naar het handbal vinden. Dat soort sponsors zie ik hier in België, Vlaanderen niet” zegt Wim Lagae die het vanuit Vlaams en dus VHV standpunt bekijkt. “De voorbije jaren is de aandacht voor het handbal opmerkelijk gegroeid, werd de communicatie geprofessionaliseerd en kreeg de nationale ploeg er ook enkele sponsoren bij. Maar nooit in de grootorde zoals dat in Nederland het geval is. De sporten die hier in België regeren zijn de televisiesporten zoals voetbal, wielrennen en veldrijden. De Rode Duivels zijn dé grote kannibaal. Daaronder doen wielrennen en veldrijden het goed. Noem het de dominantie van de klassieke TV sporten. Die pakken de grote hap uit vele budgetten weg. Wat overblijft is voor de kleinere sporten die heel hard moeten knokken om een budget samen te stellen. De Vlaamse Handbalvereniging houdt zich bezig met haar basistaken en doet dat goed. Er komen clubs en leden bij. De sport groeit en bloeit en puur sportief is het een gezond verhaal. Financieel ligt alles een pak moeilijker. Commercieel is het niet makkelijk en de federatie leeft vooral van het enveloppesysteem van Sport Vlaanderen. Een systeem dat jaar na jaar wordt afgebouwd. Een systeem waar er, in vergelijking met vroeger, andere accenten gelegd worden. Je voelt dat het Sportdecreet voor een nieuw gevecht zorgt.”

“In heel het verhaal hebben de zaalsporten het niet simpel” gaat Wim Lagae verder. “Uit het verhaal van meervoudig landskampioen BC Oostende kunnen we dit leren. Telenet werd daar vervangen na een lange en intense zoektocht door sponsorwervers als naamsponsor vervangen door biermerk FILOU. Basketbal is een goed product. Er wordt veel gescoord, er is veel ambiance. Kortom: als je naar het basketbal gaat dan verveel je je geen seconde. Hetzelfde kan eigenlijk gezegd worden over volleybal en handbal. Het grote probleem van deze sporten is dat mensen de sport pas appreciëren wanneer ze eens naar zo’n match zijn gaan kijken. Iedereen die een zaalsportwedstrijd heeft bijgewoond gaat terug vanwege de beleving. Alleen … je moet de mensen dààr krijgen, je moet ze naar de zaal lokken. Zonder toeschouwers, geen beleving en zonder beleving is er ook geen of weinig interesse van bedrijven, laat staan van de media. Het hangt allemaal samen.”

Hoe vinden mensen de weg naar de zaal? 

“Wel, door inventief te zijn in de communicatie via sociale media, website. Acties op getouw zetten om mensen proberen te charmeren” zegt Wim Lagae. “Ik zeg niet dat dit nu niet gebeurt. Er zullen zeker clubs zijn die dit doen maar er zullen minstens evenveel clubs zijn die niet of minder goed communiceren. Door goed te communiceren ga je je netwerk uitbreiden, het versterken én ga je meer mensen bereiken waardoor er op termijn meer mensen naar je wedstrijd komen kijken. Spelers en trainers spelen daar ook een rol in. Niet alleen in de communicatie, want het is voor hun wedstrijden dat de supporters naar de zaal komen, maar ook tijdens manifestaties. Bereikbaarheid, aanspreekbaarheid tijdens een activiteit en/of na een wedstrijd doet bijzonder veel. Ik ben er zeker van dat het een lichte groei kan veroorzaken maar je moet tevreden zijn met realistische verwachtingen.”  

“Ik wil nog even terug naar het veldrijden” vervolgt Wim Lagae. “Golazo, het sportmarketingbedrijf van Bob Verbeeck, heeft van het veldrijden een product gemaakt. Bijna 40 wedstrijden worden live uitgezonden. Mensen kijken niet alleen naar de televisie, ze willen het ook live meemaken. De rijken worden bijgevolg rijker en de kleintjes blijven bikkelen voor hun eurootje. Dat is de vicieuze cirkel waarin het handbal momenteel zit. Wanneer de markt faalt is een federatie meer afhankelijk van de overheid die op haar beurt zelf over minder middelen beschikt en er bijgevolg ook minder kan uitdelen. Een federatie krijgt dus minder middelen om meer kerntaken uit te voeren. De markt opgaan is de enige optie … maar het is o zo moeilijk mijnheer. Al moet ik zeggen dat men in het handbal verdienstelijke en creatieve  pogingen blijft ondernemen om partners de weg naar de sport te laten vinden. Maar de grootorde van het Nederlands platform wordt hier gemist.” 

Landsgrenzen 

“In het handbal spelen landsgrenzen blijkbaar geen rol” aldus Wim Lagae. “Supporters gaan bij elkaar op bezoek alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Mogelijk heeft dat ook te maken met de situering van een aantal topclubs in Belgisch en Nederlands Limburg. Maar toch, ze vinden de weg naar elkaar al moet ik er meteen aan toevoegen dat het niet dé grote aantallen zijn. Het epicentrum van het handbal bevindt zich in een straal van 150 km. In het veldrijden is dat zelfs in een straal van 70 km. In het voetbal duiken die landsgrenzen waar ik het net over had wél op. Er zijn teveel sociale en culturele verschillen tussen supportersclans. Zitten de fans te wachten op een Bene Liga? Wil een fan van pakweg De Graafschap op bezoek gaan bij KV Kortrijk of omgekeerd? Het grensoverschrijdende in het voetbal is terug te vinden in de Europa League en Champions League. Op UEFA niveau dus. Dan kunnen de teams Europees spelen en dat trekt wel aan. De eigen Belgische voetbalcompetitie floreert op dit ogenblik. Niemand van de 16 clubs zit te wachten op de BeNe Liga. Ze kijken naar zichzelf en hebben  ook geen oog wat in lagere afdelingen zoals 1B gebeurt. Dit moeten het maar met een peulschil zien te redden. Het grote tv contract is voor de 16 clubs uit eerste afdeling.” 

“Tot slot pleit ik voor realisme. Elke sporttak zou zijn/haar eigen monopoliezone moeten leren kennen, die beginnen exploiteren naar eigen goeddunken en eigen kunnen om zo gestaag proberen te groeien. En niet kijken naar de andere, grote veelal TV sporten want dat leidt alleen maar tot frustraties.”