Sigurd Thomassen: EHF referee – deel 3

Sigurd Thomassen was jarenlang het uithangbord van de Belgische scheidsrechters. De Frank De Bleeckere van zijn generatie zeg maar. Respect afdwingend, rad van tong en een autoriteit op zijn vlak. Een objectieve vaststelling zonder zijn collega’s ook maar iets te kort te willen doen. Van provinciale afdeling naar eerste nationale om via de BENE-League Europa te gaan veroveren. Een ‘domme’ leeftijdsgrens zorgde ervoor dat Sigurd nooit op mondiaal vlak kon aantreden. Het verhaal van een aimabele man die streng maar rechtvaardig tussen de lijnen stond. In het eerste van in totaal drie delen beschrijven wij zijn eerste stappen en beginjaren als scheidsrechter. 

Vandaag publiceren we het derde en laatste deel van de interviewreeks met Sigurd Thomassen. In deel 1 kon je lezen hoe Sigurd begon als scheidsrechter. In deel 2 sprak hij over zijn samenwerking met andere scheidsrechters en hoe een chronische peesontsteking aan de basis lag van een vroegtijdig einde van zijn carrière als scheidsrechter. In deel 3 heeft hij het, behalve enkele heerlijke anekdotes over zijn nieuwe rol als begeleider van jonge scheidsrechters. 

Hoe kijk je nu terug op je carrière? 

“Toch wel een beetje met een gemengd gevoel. Een beetje dubbel zeg maar. Ik heb het geluk gehad dat ik met collega scheidsrechters een heel mooie, fijne carrière heb kunnen uitbouwen, binnen de beperking van de leeftijdsgrens. Wat wil ik daarmee zeggen? Toen ik met Karl ben beginnen samenwerken zijn we EHF referee geworden. Karl was elf jaar ouder dan ik. De volgende stap was het IHF, de wereldhandbalfederatie zeg maar. We hadden daar een kans omdat er nog geen Belgisch koppel op mondiaal vlak aanwezig was. Er was sowieso plaats maar ze hanteerden een leeftijdsgrens. Op het moment dat we onze testen hadden moeten afleggen werd die leeftijdsgrens verlaagd van 38 jaar naar 35 jaar waardoor Karl met zijn 36 jaar plotseling te oud was. Daar werd ik in mijn ambities gefnuikt. Het overkwam me nadien een tweede keer toen ik met Tobias samenwerkte. Alleen was ik nu de persoon die te oud was. Daardoor heb ik toch wel een stukje carrière gemist en dat vind ik jammer.” 

Dat buiten beschouwing gelaten kijkt Sigurd héél tevreden terug op zijn carrière. “Ik heb altijd heel veel waardering gekregen van spelers, trainers en van mensen in de tribunes met kennis van zaken. Dat gaf heel veel voldoening en motivatie. Dat is toch iets wat je wel verder helpt en je draagt voor de inspanningen die je levert. Ook om de bagger die je nu en dan als scheidsrechter over je heen krijgt te verwerken, te relativeren en rustig langs je heen te laten lopen.”

Hoe ging jij met die bagger om? 

“Ik heb me altijd heel goed kunnen afsluiten van alles wat buiten die vier lijnen gebeurde. Ik hoorde niet heel makkelijk wat van de tribunes vocaal naar beneden rolde, tenzij dat mijn voornaam geroepen werd. Iets wat eigenlijk ook niet abnormaal is. Wanneer je je voornaam hoort trekt dat toch iets meer jouw aandacht. Door de jaren heen heb ik ook enkele grappige dingen gehoord die mij soms écht uitdaagden om mijn lach te moeten inhouden.” 

Kan je daar enkele voorbeelden van geven? 

“O Ja! Eén zaak die me altijd achtervolgd heeft is het feit dat ik van Hasselt afkomstig ben. Los van het feit dat Hasselt al dan niet in de competitie speelde waar ik aan het fluiten was. Ik heb ooit wedstrijden gefloten bij Limburgse clubs die niet in de competities van Hasselt speelden. En toch had ik het dan vlaggen want dan was ik die dikke nek uit Hasselt. Dat had dan niets meer met de club te maken maar het betrof dan gewoon de hoofdstad Hasselt.” 

“Het aller grappigste wat ik ooit gehoord heb was in Sint-Truiden. Ik ben nogal groot en slank. Plotseling hoorde ik: ‘Hey Thomassen, keepernaogel!’ (nvdr keepernagel, een zeer lange nagel). Toen kon ik mijn lach écht niet meer inhouden. Toen ben ik met mijn rug naar de tribunes moeten gaan staan om te verbergen dat ik aan het lachen was. Dat is mij nadien nog een paar keer overkomen. Als scheidsrechter hoor je soms heel grappige, creatieve zaken.” 

“Ik heb ook enkele keren iets naar mijn hoofd geslingerd gekregen over mijn geaardheid. Evenveel keren kwam vanuit de tribunes daar telkens een tegenreactie op naar de persoon in kwestie die zich dacht interessant te maken. Zo’n verwijt komt wel heel even aan maar de reactie die daarop volgt komt veel warmer en positiever over.”

Wat doe je nu? 

“Ik hou mij nu bezig met coaching. Dat is nu het doel. Ik zit als delegate aan de wedstrijdtafel in de BENE-League maar het hoofddoel is om te werken met jonge scheidsrechters die promoveren naar de hogere afdeling. De voorbije jaren zijn we toch wel een aantal scheidsrechters verloren door blessures wat ervoor zorgt dat ons korps heel erg uitgedund is. We moeten die leegte nu aanvullen met jonge scheidsrechters die carrière proberen te maken. Ik wil en kan die niet zomaar aan hun lot overlaten en wil hen begeleiden, hen bijstaan, hen coachen. Ook met ons internationaal koppel Beulakker – Gilis ben ik momenteel veel intenser aan het werken omdat ook zij nog een stukje coaching kunnen gebruiken. Alle ervaring die ik de voorbije veertien jaar in Europa opgedaan heb wil ik kunnen doorgeven aan andere scheidsrechters die zelf ook hun weg proberen te zoeken.” 

Wat wil je nog bereiken in de scheidsrechterswereld? Ben jij op termijn de nieuwe Francois Mulleners 2.0? 

“Ik denk dat het daar nog wat vroeg voor is om me daar nu al op te focussen. Ik heb nu, in overleg met François als uittredend scheidsrechtersbaas, met Philip Hendrix als huidig chef scheidsrechters en met Klaus Convents als onze internationale vertegenwoordiger, besproken dat ik mij in eerste instantie ga toeleggen op het delen van mijn kennis en het ondersteunen van de opleiding van jongere scheidsrechters. Dat maakt dat ik waarschijnlijk in de bijscholing van onze scheidsrechters op het hoogste niveau wel een item zal hebben en ik de samenwerking met de Nederlandse collega’s ga proberen wat te faciliteren. Ik heb de voorbije twee jaar nauw kunnen samenwerken met Nederland omdat mijn collega Yves Schols zelf een Nederlander was. Die samenwerking blijven we verder zetten. Ik denk dat dit toekomstgericht zeer goed is. Ook voor de BENE-League is een goede samenwerking tussen beide landen belangrijk en dat de neuzen in dezelfde richting wijzen. En dan zal ik wel zien wat nadien nog volgt. Dat is op dit moment zeker nog niet aan de orde.”

Foto's Facebook Sigurd Thomassen